Iedere hulpverlener die werkt met gezinnen in een complexe scheiding zal de frustratie herkennen: je vreselijk zorgen maken om de kinderen, maar met de ouders geen vooruitgang boeken. Of na hard werken de oplossing vlakbij voelen, en dan toch weer vastlopen. Merken dat de ene ex-partner bang is voor de ander. Of het gevoel hebben dat je bespeeld wordt en mee moet veren of dat je anders een klacht kunt krijgen. Om die spiraal te doorbreken, moeten we anders leren kijken, zegt Sietske Dijkstra. ‘Het begint al met het woord vechtscheiding. Die term zorgt ervoor dat we verschillende scheidingen eigenlijk heel oppervlakkig op dezelfde manier beschouwen: ‘het is een gevecht, dat is slecht voor de kinderen en we moeten dat oplossen door de ouders beter te laten communiceren.’ Maar een vechtscheiding is niet meer dan een uitdrukking van de problematiek die daaronder ligt, en die is in ieder geval anders. Je moet daarom eerst afdalen in de ‘krater’ van het probleem, daar waar het gaat om verlies, machtsongelijkheid, boosheid en verdriet. Om los te komen van dat oppervlakkige beeld spreek ik van complexe scheidingen.’
Veranderkrachten
De afdaling in de krater begint met het in kaart brengen en erkennen van wat er precies aan de hand is in de relatie. Daarvoor ontwikkelde Sietske een model met zeven aspecten: tijd, conflict, relaties, geweld/verslaving/psychiatrie, systemen, samenwerking en communicatie. ‘In de cursus leer je dat onder meer toepassen door een tijdbalk te maken van alles wat er gebeurd is. Daarin zet je het begin van de relatie en de geboorte van de kinderen, maar ook rechtszaken, geweldsincidenten, wanneer er psychische problemen begonnen te spelen, wat er maar belangrijk is. Zo’n tijdbalk kan veel inzicht geven, zowel aan de hulpverlener als aan de ouders.’ Is zo’n analyse niet vreselijk ingewikkeld en tijdrovend? ‘Nee hoor, het model dat we daarbij gebruiken helpt ordenen waar het in dit geval om gaat. Het gaat er ook niet om dat je alles uitvoerig opschrijft, maar om het erkennen van wat er gebeurd is en het benoemen van de verschillende standpunten en gevoelens. Dat schept ruimte voor veranderkrachten.’
Kijken in de krater: zo word je een betere hulpverlener bij complexe scheidingen
Interview met Sietske Dijkstra
Ze maken een groot deel uit van de caseload van sociale professionals. Waarom is het toch zo moeilijk om complexe scheidingen vlot te trekken? Volgens docent Sietske Dijkstra zit het geheim hem in verder kijken dan het cliché van de vechtscheiding. Alle posities en perspectieven van gezinsleden verdienen aandacht. Een belangrijke focus is doorvragen en aandacht schenken aan de relatie tussen geweld, scheiding en (ex)-partnergeweld. En effectiever samenwerken in de keten. Hoe je daarin vooruitgang kunt boeken, dat leer je onder andere in de cursus Complexe scheidingen.
Dwingende controle kan overduidelijk zijn maar is vaker nog verhuld en subtiel, ook om derden zoals sociale professionals, te bespelen. Het benoemen van dwingende controle vraagt om een deskundige waarnemer.
Sietske Dijkstra
Bijzondere aandacht verdient volgens Sietske het feit dat er een relatie kan zijn tussen partnergeweld en een scheiding, en de constatering dat in sommige gevallen het geweld niet stopt na het verbreken van de relatie. Het geweld duurt dan juist voort en kan ook gericht zijn op de beïnvloeding van kinderen en derden. Steeds meer onderzoek richt zich op het blootleggen van geweldspatronen waarin de zogenaamde dwingende controle een rol speelt (CBS, 2020, 2021) en intieme terreur wordt uitgeoefend. Dit relatiepatroon doet zich naar schatting ook bij ongeveer 10% van de jongeren voor.
Sietske: ‘Het geweld kan fysiek zijn, maar is vaak vooral ook psychisch van aard. Het heeft verregaande consequenties doordat het de handelingsvrijheid van de ander beperkt. De relatie wordt gekenmerkt door machtsongelijkheid. Dwingende controle kan overduidelijk zijn maar is vaker nog verhuld en subtiel, ook om derden zoals sociale professionals, te bespelen. Het benoemen van dwingende controle vraagt om een deskundige waarnemer. In zulke gevallen kan ook het instrument van de MASIC worden ingezet om signalen beter te onderbouwen. Deze zaken zijn vaak arbeidsintensief en vragen veel van medewerkers. Het is cruciaal om een gezamenlijke interventiestrategie te ontwikkelen om daarmee het schadelijke gedrag te benoemen, te analyseren en te begrenzen.’ Een kijktip van Sietske is de eind 2020 uitgekomen educatieve documentaire ‘Zij lijkt het probleem te zijn’ waaraan zij als deskundige ook heeft meegewerkt en die het procesverloop en de impact laat zien van dit geweldspatroon van dwingende controle.
Bouwstenen en toekomst
En leer je in de cursus dan ook meteen welke interventie je na zo’n analyse moet toepassen? ‘Pasklare oplossingen zijn er niet. Er wordt wel steeds meer onderzoek gedaan op dit gebied, en daar maken we in de lessen ook flink gebruik van. Zo heeft het VJ Instituut recent longitudinaal onderzoek (2020) gedaan naar meldingen bij Veilig Thuis van meer dan 1000 gezinnen in 13 regio’s. Dat laat zien dat het geweld anderhalf jaar na melding in meer dan de helft van het aantal gevallen niet is gestopt en dikwijls ook niet is verminderd. In dit onderzoek zijn ook profielen ontwikkeld die in de nabije toekomst verbonden kunnen worden met interventieroutes. Er is immers in dit thema altijd maatwerk nodig in een specifieke aanpak’, aldus Sietske.
‘Het vinden van de juiste aanpak moeten we daarnaast op een andere manier benaderen: met samenwerking in je organisatie en de keten, supervisie en intervisie. Agendeer het thema vaker, zoom regelmatig uit in reflectie. Bespreek elke week casuïstiek met je team of met een maatje: zowel de buikpijngevallen als die waar je trots op bent, want in die laatste zitten de bouwstenen voor de-escalatie. Die ontdek je door consequent tijd in te ruimen voor reflectie met elkaar - tijd die je terugverdient doordat je beter bij de kern komt van waar het om draait.’ In de cursus leer je hoe je dit zó aanpakt dat je er ook echt van leert, en hoe je cliënten van die vaardigheden kunnen profiteren, bijvoorbeeld in de vorm van psycho-educatie. ‘Zo’n tijdbalk bijvoorbeeld kun je heel goed bespreken met ouders. Zo zet je ook hen in de reflectiestand en geef je ze de gelegenheid om zelf actief bij te dragen aan oplossingen.’