‘Seksuologie is de vreemde eend in de bijt.’ Het is een van de eerste uitspraken van hoofdopleider Anneke van Loevesijn als haar gevraagd wordt naar de plaats van seksuologie in de gezondheidszorg en hulpverlening. ‘Seksuologie past niet goed in de manier waarop wij in Nederland de gezondheidszorg hebben georganiseerd. Je gaat óf naar een dokter óf naar een psycholoog. Maar seksuologen willen hier juist graag tussenin zitten en er een interdisciplinaire aangelegenheid van maken.
Seksuologie is de vreemde eend in de bijt
Interview met Anneke van Loevesijn
In de opleidingen voor seksuologische hulpverlening is attitudevorming belangrijk. ‘Seksuologie bevindt zich op het snijvlak van biomedische en psychologische hulpverlening. Als hulpverlener moet je in staat zijn mensen uit te nodigen om dat wat ze toch wel moeilijk vinden, met jou te bespreken.’ Een interview met Anneke van Loevesijn, hoofdopleider bij de post-hbo opleiding Seksuologie en de Algemene scholing Aanvullende seksuele hulpverlening (AS-ASH).
‘In de seksuologie hebben we het wel eens gekscherend over kruisbestuiving: de samenhang van die biologische en psychosociale aspecten, die is ontzettend belangrijk’
Anneke van Loevesijn
Een voorbeeld is, als er een cliënt met een erectiestoornis bij mij komt, moet ik onderzoeken: zijn er biologische oorzaken, gebruikt hij medicijnen, heeft hij een bepaalde aandoening, is hij geopereerd enzovoort. Maar, ik wil ook weten of hij faalangstig is, of er op relatiegebied iets niet goed zit, kortom de meer psychologische kant bekijken. Daarnaast speelt mee wat iemand heeft meegekregen aan boodschappen over seksualiteit, door opvoeding – moet iemand altijd presteren? – maar ook overtuigingen vanuit culturele achtergrond en religie.’
Kruisbestuiving in de seksuologie
‘In de seksuologie hebben we het wel eens gekscherend over kruisbestuiving: de samenhang van die biologische en psychosociale aspecten, die is ontzettend belangrijk.’ Anneke van Loevesijn licht toe: ‘Elke aandoening heeft consequenties voor het seksueel functioneren van mensen. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat als mensen zich in hun seksualiteit kunnen uiten, ze verder ook veel gezonder functioneren. Goede seks heeft invloed op minder hart- en vaatziekten en hangt samen met minder optreden van prostaatkanker of andere soorten van kanker. Ook is aangetoond dat vrouwen die plezier beleven aan seksualiteit betrouwbaardere gebruikers zijn van anticonceptie. Kijk eens welke invloed dat kan hebben op het aantal onbedoelde (tiener) zwangerschappen.’Volgens Anneke van Loevesijn krijgt seksualiteitshulpverlening in de ggz te weinig aandacht. Welke toegevoegde waarde zou dat kunnen leveren? ‘Door seksualiteit niet te bespreken ontken je een deel van de mens en dus van je cliënt en patiënt. Er zijn weinig psychiaters die met hun patiënten bespreken wat het effect van de medicatie is op seksualiteit. Het merendeel van de antipsychotica heeft seksuele bijwerkingen; hetzelfde geldt voor antidepressiva. Het gevolg is dat die mensen dilemma’s krijgen, onzekerheden, gaan twijfelen aan zichzelf, er treden verstoringen op in de dynamiek van de relatie. Als ze weten dat de medicatie de oorzaak is, kunnen ze om een andere pil vragen of de neveneffecten accepteren. Eigen regie hebben hierin is belangrijk.'
‘Wij zeggen als behandelaars niet dat iemand verplicht is zijn seksuele problemen op te lossen, maar de patiënt of cliënt moet hier zelf in kunnen kiezen. Eigen regie komt ook de lopende behandeling ten goede. We zien dat mensen als gevolg van seksuele bijwerkingen van medicatie, die medicatie minder trouw innemen of ermee stoppen en dat niet melden bij de behandelaar. Dat alleen al is een belangrijk fenomeen. Als seksualiteit een thema is, blijft dit niet onbesproken.’
Verschillende doelgroepen
Anneke van Loevesijn verzorgt bij de RINO Groep twee opleidingen, de opleiding AS-ASH en de post-hbo opleiding Seksuologie. ‘De opleiding ASH is specifiek voor artsen en verpleegkundigen, die werkzaam zijn bij de GGD, maar ook voor verloskundigen. ‘In deze opleiding is aandacht voor seksuele gezondheid bij jongeren. Hiermee bedoelen we verschillende aspecten als keuze voor anticonceptie, en het falen daarvan, vragen en onzekerheden op het gebied van seksueel uiterlijk en functioneren, vragen rond gender, maar ook seksueel geweld.’In de post-hbo Seksuologie ligt de aandacht net weer anders en dat heeft onder meer met de bredere doelgroep te maken. ‘We staan dan korter stil bij anticonceptie, omdat er bijvoorbeeld ook een bekkenfysiotherapeut bij kan zitten. Die hoeft geen anticonceptie voor te schrijven, maar moet wel weten wat de gevolgen zijn van anticonceptie op het seksueel functioneren.’ Deze opleiding is bedoeld voor hulpverleners die werken met mensen die een vraag kunnen hebben op het gebied van seksuele gezondheid. Te denken valt aan verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, bekkenfysiotherapeuten, relatietherapeuten, psychologen en hulpverleners die werken met mensen met LVB en ASS en met zedendelinquenten.’
Attitudevorming hulpverleners
Beide opleidingen zijn een mix van praktijk en theorie. Dat betekent dat gesprekstechnieken aan de orde komen, dus vaardigheden getraind worden, maar ook de theorie en, heel belangrijk, attitudevorming. Anneke van Loevesijn: ‘Als hulpverlener heb je je eigen normen en waarden die je hebt meegekregen vanuit je opvoeding. Als seksuoloog kom je in aanraking met mensen die andere normen en waarden hebben en dan moet je leren om dat niet als fout of slecht te bejegenen. Je probeert oordeelloos te behandelen. Juist bij zaken op seksueel gebied speelt dat sterk.’Het leuke aan de post-hbo Seksuologie is dat er veel verschillende disciplines bij elkaar zitten. ‘En daar houden we rekening mee als er geoefend wordt in de groep. Dan kan een bekkenfysiotherapeut bijvoorbeeld gekoppeld worden aan een relatietherapeut. Zodat deze hoort: welke soort vragen moet je stellen bij dat seksuele probleem om tot een volledig beeld te komen. Ze leren dus ook heel veel van elkaar. En natuurlijk breng ik vanuit mijn eigen praktijk ook de nodige casuïstiek in.’