‘Als P-opleider wil ik dat deelnemers zich gesteund voelen’

Interview met Endang Rizzi

13 april 2023
 

Endang Rizzi, P-opleider bij GGZ Rivierduinen

‘Als praktijkopleider zit je dicht op het proces van jonge collega’s. Je kunt helpen groeien.’ Waar let je op in de begeleiding van nieuwe ggz-professionals? Wat doe je als dat proces niet zo soepel verloopt als verwacht? Endang Rizzi is P-opleider bij GGZ Rivierduinen. In dit artikel vertelt zij over uitdagingen in het opleiden van jonge professionals en hoe zij hen klaarstoomt voor de toekomst.

Het opleiden van nieuwe ggz-professionals, Endang Rizzi houdt zich er al geruime tijd mee bezig. Eerst als supervisor en werkbegeleider, later als praktijkopleider en sinds januari 2023 is ze als P-opleider verantwoordelijk voor het praktijkonderwijs bij GGZ Rivierduinen. ‘Ik heb het altijd leuk gevonden om naast mijn werk als clinicus bezig te zijn met de ontwikkeling van jonge professionals via opleiden, lesgeven en kennis overdragen. Waarom? Startende psychologen leren veel van praktijkbegeleiders. En zo kan ik jonge professionals helpen in hun ontwikkeling van startend bekwaam naar een stevige Gz-psycholoog.’
 
Zelfs nu zij P-opleider is heeft Rizzi nog steeds twee groepen deelnemers onder haar hoede. ‘Door als praktijkopleider actief te zijn, blijf ik betrokken bij de opleiding en heb ik in mijn rol als P-opleider een beter beeld van wat er allemaal gebeurt.’

Veilig opleidingsklimaat

‘In het opleiden is een veilig opleidingsklimaat het belangrijkste’, zegt Rizzi. ‘Als dat niet veilig is, kun je niet leren.’ Ze doelt erop dat er ruimte moet zijn voor openheid; dat deelnemers aan mogen geven iets spannend te vinden en fouten mogen maken. ‘Een veilig opleidingsklimaat ontstaat onder andere in relatie met de werkbegeleider, want die is voor deelnemers het eerste aanspreekpunt. Als ik signalen krijg dat een deelnemer iets niet durft, uit angst om op z’n kop te krijgen, dan moeten we daar wat mee. Deelnemers moeten fouten durven en kunnen maken. Alleen dan leren ze wat ze de volgende keer anders kunnen doen.’

'Deelnemers moeten fouten durven en kunnen maken. Alleen dan leren ze wat ze de volgende keer anders kunnen doen'

Endang Rizzi

Conflicten ontstaan gelukkig niet vaak, zegt Rizzi, maar goede communicatie en transparantie zijn in dergelijke situatie erg belangrijk. Praktijkbegeleiders mogen volgens haar niet vergeten dat deelnemers in een afhankelijkheidspositie zitten. Bij een conflict met een werkbegeleider zou ze daarom aansturen op een driegesprek. Als het om een conflict binnen een afdeling gaat of over de werkcultuur, zou ze met het management praten. ‘Als P-opleider wil ik dat deelnemers zich gesteund voelen.’

Een goede match

Een persoonlijk pijnpunt is de selectieprocedure van nieuwe kandidaten voor de GZ-opleiding: ‘Hoewel binnen het APV gewerkt wordt aan een oplossing, hebben we nog steeds te maken met een grote groep kandidaten voor de GZ-opleiding. Veel meer dan er opleidingsplekken zijn. Het is ontzettend ingewikkeld om een evenwichtige, goede keuze te maken uit alle sollicitatiebrieven’, vertelt Rizzi. ‘Kandidaten hebben steeds betere kwalificaties en als werkervaring er al is, gaan competenties meer meewegen in de brievenselectie. Samen met HR onderzoek ik hoe we iemand gefundeerd uitnodigen of afwijzen.’
 
Binnen GGZ Rivierduinen is Rizzi verantwoordelijk voor verschillende opleidingsplekken binnen diverse afdelingen. Het vinden van een goede match tussen deelnemer en opleidingsplek gebeurt zorgvuldig. Dat kost tijd, maar is belangrijk. Zowel voor de praktijkopleidingsinstelling als voor de deelnemer. In het verleden maakte Rizzi mee dat er geen match bleek tussen een deelnemer en de context van diens werkplek. Daardoor kwam het leerplan niet uit. ‘In gesprek met de deelnemer en de afdeling zijn de mogelijkheden overwogen. Uiteindelijk is besloten om de opleiding voor te zetten binnen een andere werkplek, waardoor de deelnemer weer opbloeide en competenties veel beter uitkwamen. Je wilt voorkomen dat iemand langdurig uitvalt. Dat zou voor alle betrokkenen vervelend zijn, maar uitgangspunt is het leer- en ontwikkelproces van de deelnemer.’

Veerkrachtige en stevige professionals

In de ontwikkeling van nieuwe professionals let Rizzi met name op veerkracht en stevigheid. Zo breed als je het kunt bedenken: in de omgang met werkdruk, met diverse en soms tegenstrijdige belangen, met druk vanuit het systeem en met wat de organisatie van professionals verwacht. ‘Zoals de Gz-psycholoog ooit bedacht is, generalistisch en protocollair kunnen werken, is niet meer wat we zoeken’, legt Rizzi uit. ‘Het werkveld is veranderd. De populatie in de ggz-instelling wordt steeds complexer en dat vraagt ook om een ander type professionals. De uitdaging wordt steeds meer om kennis over lichtere problematiek toe te passen bij meervoudige problematiek.’

'De populatie in de ggz-instelling wordt steeds complexer en dat vraagt ook om een ander type professionals'

Endang Rizzi

Voorts kampen ggz-instellingen met een toenemend tekort aan klinisch psychologen. ‘Ggz-instellingen willen graag nieuwe klinisch psychologen opleiden, maar zien KP’ers vaak vertrekken. Dat is jammer, want KP’ers  zijn nodig om nieuwe specialisten op te leiden. Daardoor worden minder opleidingsplekken aangevraagd dan potentieel gerealiseerd kan worden.’ Het werken in samenwerkingsverbanden kan daarbij helpen, omdat dit meer bandbreedte geeft om op te leiden. ‘Wel moeten we opletten dat het opleiden op deze manier voor de betrokken klinisch psychologen behapbaar blijft’, waarschuwt Rizzi, ‘want veel specialisten willen óók klinisch werken.’

Oog voor de toekomst

Diverse ontwikkelingen in het werkveld zijn gaande, onder andere om de tekorten op te lossen. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een betere aansluiting van de masteropleiding op de GZ-opleiding. Dit heeft ook gevolgen voor het praktijkonderwijs: ‘Nu hebben professionals vaak al enkele jaren werkervaring voor ze in de GZ-opleiding terecht komen. Met de nieuwe plannen zijn deelnemers jonger en hebben ze minder ervaring. Ik verwacht dat intensievere begeleiding nodig zal zijn.’
 
Met oog op de toekomst vindt Rizzi het belangrijk dat jonge professionals zich tot flexibele hulpverleners ontwikkelen die kunnen meebewegen met alles wat hen te wachten staat. Dat zij naast therapeutische vaardigheden ook kijken naar wat in het werkveld speelt en wat mogelijk gaat komen. ‘Het Integraal Zorgakkoord bijvoorbeeld, ik vind het belangrijk dat jonge professionals weten wat dat inhoudt en wat dit voor hun werk betekent. Enerzijds worden zij goed geïnformeerd vanuit de instelling, anderzijds verwacht ik van hen een proactieve houding. Met alles wat verandert, zullen professionals steeds actiever moeten samenwerken. Hoe meer samenwerking, hoe meer meningen en verschil in visie. Een gezonde dosis assertiviteit is wel nodig.’