De manier waarop haar cliënten ademhalen, hoort daar direct bij voor de psychotherapeut. ‘Als een cliënt bijvoorbeeld geëmotioneerd raakt, kijk ik ook altijd of hij nog ademt. Want vaak stokt onze adem als er verdriet bovenkomt. Ik nodig de cliënt dan uit om juist door te ademen, zodat de emotionele beleving meer op gang komt en voelbaar wordt, of juist behapbaar wanneer iemand zich helemaal lijkt te verliezen in emoties. Zo probeer ik mensen in therapie op meerdere manieren meer bewust te maken van wat ze voelen als ze niet lekker in hun vel zitten. Waar gaat dat dan écht over? Waar voelen ze dat in hun lijf? En wat kunnen ze eraan doen om dat gevoel meer ruimte te geven, zonder erdoor overspoeld te worden?’
Dysfunctioneel adempatroon
Het lichaam is een belangrijke raadgever, benadrukt de psychotherapeut, en juist ademwerk kan cliënten helpen om de signalen van het lichaam weer te gaan ervaren en verstaan, weet Lardenoije inmiddels uit ervaring. ‘Neem mensen met angst-, paniek- of traumaklachten: zij ademen vaak hoog in hun borst of er is een geforceerde adembeweging in de buik. Het buikgebied voelt bij hen vaak verstrakt aan, met spanning bij het middenrif. Dat leidt tot een dysfunctioneel adempatroon. Ooit was er een goede reden dat zij zo zijn gaan ademhalen. Maar inmiddels is dat adempatroon is nu niet langer dienend. Sterker nog, dat dysfunctionele adempatroon houdt vaak de psychische klachten in stand.’
Onlosmakelijk verband
De nieuwe vierdaagse cursus die Lardenoije met haar collega’s van Adempro in 2024 gaat verzorgen voor de RINO Groep, is gericht op een brede groep professionals die cliënten met psychische problematiek behandelen, begeleiden of ondersteunen. Lardenoije zal zich hierbij toeleggen op de complexe relatie tussen de ademhaling, emoties, psychische klachten en lichamelijke klachten.
‘Dat is een onlosmakelijk verband, waarbij alle facetten met elkaar samenhangen’, vertelt Lardenoije verder. ‘Daarbij geef ik onder meer uitleg over de relatie tussen enerzijds de ademhaling en anderzijds the Window of Tolerance en de Polyvagaal Theorie. Wat is de invloed van traumatische psychische en fysieke gebeurtenissen op het autonome zenuwstelsel? Welke uitwerking heeft dat op je emotionele en fysieke welbevinden? En hoe hangt dat weer samen met je ademhaling? Uiteindelijk gaat het hierbij om het vermogen je veilig en verbonden te voelen met anderen en met jezelf; en leer je in deze cursus hoe de ademhaling hierop van invloed is.’
Door actuele kennis over adem en het samen doen van praktische oefeningen kunnen cursisten hun behandeling of begeleiding verder verdiepen, waardoor het meer effect krijgt. ‘Dat is de belofte die we doen’, zegt Lardenoije. ‘Vaak hoor je van cliënten: ‘ik snap het wel, maar ik voel het niet; het lukt me nog niet om te veranderen’. Zodra je met ademhaling gaat werken, bevorder je dat proces, juist omdat nieuwe inzichten hierdoor lijfelijk voelbaar worden.’
Ademhaling: indicator én regulator
Om de focus meteen op de goede plek te krijgen, start Lardenoije haar individuele therapiesessies standaard met een korte adem-incheck. ‘Dat is een aankomstoefening van een paar minuten, waarin ik vraag om de aandacht naar binnen te richten. Hoe is je ademhaling, hoe zit je erbij? Tijd om even te voelen wat er zich aandient voor het gesprek.’ Zo integreert de psychotherapeut het ademwerk van meet af aan in elk gesprek, en grijpt ze daar tijdens de sessies regelmatig op terug. ‘Wanneer cliënten bijvoorbeeld het contact met hun emoties lijken te verliezen of helemaal blokkeren, stel ik voor even op te staan, het lijf los te schudden en uit te ademen. Of wanneer iemand juist heel hoog in zijn emoties zit en er volledig door overspoeld raakt, vraag ik cliënten om even achterover te leunen, een hand op de buik te leggen en de ademhaling te voelen.’
‘Zo leren cliënten hun ademhaling te zien als een indicator die hen iets vertelt over hoe veilig of ontspannen zij zich voelen. En tegelijkertijd leren zij ook hoe zij hun adem kunnen gebruiken als regulator. Bijvoorbeeld door hun ademhaling te verruimen, te vertragen of juist te versnellen. Want ook dat heeft weer effect op onze emotionele gesteldheid en de staat van ons zenuwstelsel. Zo werkt het dus twee kanten op. Daarom vind ik het ook zo opmerkelijk dat in de ggz nog zo weinig met ademwerk wordt gedaan.’