Nagila Koster is momenteel werkzaam als klinisch psycholoog en senior onderzoeker bij Reinier van Arkel en wist al vroeg dat ze onderzoek in de klinische praktijk wilde doen. ‘Ik wist dat Marcel van Aken ook als hoogleraar betrokken was bij een instelling in Den Bosch, dus toen heb ik de stoute schoenen aangetrokken en hem gevraagd of hij mijn scriptie wilde begeleiden en of ik dan misschien de data van de instelling zou mogen gebruiken voor onderzoek. Zo ben ik bij Reinier van Arkel terechtgekomen en daar heb ik ook mijn andere promotor Paul van der Heijden leren kennen.’
'Jongeren met een diagnose een label opplakken kan enorme gevolgen hebben voor de ontwikkeling van hun identiteit en persoonlijkheid'
Interview met Nagila Koster
Al tijdens haar studie ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht had Nagila Koster een fascinatie voor de vraag ‘hoe worden mensen wie ze zijn?’ De zoektocht naar het antwoord bracht haar in de Topklas en tot haar onderzoek. Ze pleit voor een minder stigmatiserende benadering van adolescenten met persoonlijkheidsproblematiek. ‘Het opplakken van een label kan enorme gevolgen hebben voor jongeren die nog volop bezig zijn met de ontwikkeling van hun persoonlijkheid.’
'Het idee dat mensen met persoonlijkheidsproblematiek van een andere categorie zijn dan gezonde mensen. Daar wil ik vanaf'
Nagila Koster
Onderzoek naar de narratieve identiteit van jongeren
Met haar onderzoek wil Koster vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief kijken naar jongeren en persoonlijkheidsproblematiek. Koster: ‘Mijn onderzoek had een heel breed theoretisch kader, maar een van de vernieuwendste aspecten daarin is het onderzoek naar de narratieve identiteit van jongeren. Dat gaat over het persoonlijke levensverhaal van jongeren. De aanname daarbij is dat onderdeel van wie jij bent, ook is hoe jij betekenis geeft aan je eigen leven, hoe jij je levensverhaal vertelt. In één-op-één-interviews heb ik jongeren gevraagd of ze konden vertellen over een belangrijk keerpunt in hun leven. Hoe ze dat verhaal vertellen, zegt iets over hun identiteit. Maar ook de betekenis die ze daar zelf aan geven, zegt iets over wie ze zijn en hoe ze naar de wereld en hun eigen geschiedenis kijken.’‘Vervolgens hebben we de verhalen over die keerpunten geanalyseerd en wat interessant is om te zien, is dat de kenmerken van het verhaal op allerlei manieren gerelateerd zijn aan de kenmerken van de jongere als persoon. We vonden bijvoorbeeld dat jongeren die hoger scoren op de persoonlijkheidstrek neuroticisme, ook mensen zijn die over het algemeen levensverhalen vertelden met een negatievere kleur. Het zijn mensen bij wie het glas halfleeg is. Dus wie jij bent, komt ook tot uiting in het verhaal dat je vertelt.’
Een ontwikkelingsgericht perspectief
Het onderzoeksproject had direct al gevolgen voor de praktijk. ‘Jongeren die meedoen aan het onderzoek vullen de vragenlijsten ook in als onderdeel van hun behandeling’, licht Koster toe. ‘De resultaten worden aan hen teruggekoppeld. Daarnaast hebben we veel geïnvesteerd in scholing om behandelaren mee te nemen in dit gedachtegoed. Namelijk om veel genuanceerder en vanuit een ontwikkelingsgericht perspectief te kijken naar jongeren en naar persoonlijkheidsproblematiek in het bijzonder.’
‘Een interessante vervolgvraag is dan: Als jij op een bepaalde manier je verhaal verandert – en dat is waar therapie natuurlijk over gaat: kun je leren op een andere manier naar jezelf, naar anderen, naar de wereld te kijken? – heeft dat dan ook invloed op wie jij bent en op hoe je functioneert? Ik heb deze vraag nu nog niet kunnen onderzoeken, maar we zijn bijna op het punt dat we daar voldoende data voor hebben.’