Hoe herken je cliënten met een verstandelijke beperking die het meeste risico lopen op het plegen van suïcide? Wat maakt dat juist deze cliënten risico lopen: wat zijn de algemene risicofactoren voor suïcidaal gedrag, welke zijn specifiek voor mensen met een verstandelijke beperking? En wat weten we daar eigenlijk over?
Tijdens deze cursus worden de volgende onderwerpen behandeld:
Risicotaxatie van suïcidaal gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking
Diagnostiek van het suïciderisico:
- Welke instrumenten zouden gebruikt kunnen worden
- Wat moet je kunnen? (trainen van het CASE-interview)
- Het entrapment (of fuik)model
- Het IMV model ( Integrated Motivational Volitional model)
- Het interpersoonlijk risicomodel
- Wat moet je weten om je juist zorgen te gaan maken (of juist niet)?
- Bij wie moet je te rade gaan?
- Communiceren over suïcide met andere cliënten, met ouders/verwanten/vrienden, in je team en in je organisatie bij risico, maar ook na een suïcide of poging daartoe.