De afgelopen tien jaar is er eindeloos geschaafd aan de nieuwe Wet verplichte ggz (Wvggz) die begin 2020 van kracht wordt. Toch zijn de meningen verdeeld over het uiteindelijke resultaat. Is de nieuwe wetgeving een catastrofe, gezien al het extra overleg, papierwerk en bureaucratische rompslomp? Biedt de Wvggz juist een kans op betere zorg in crisissituaties? Of is het vooral een hoofdpijndossier, gezien alle onduidelijkheden in de uitwerking?
‘Ik zou de Wvggz het liefst als kans zien’, zegt NVvP-voorzitter Elnathan Prinsen. ‘Maar eerlijk gezegd is het toch vooral een hoofdpijndossier. De doelstellingen van de wet waren mooi, daar stonden wij dus achter. Denk aan het versterken van de rechtspositie van de patiënt, het versimpelen van de wetgeving en het bieden van verplichte zorg op maat met behulp van een behandelplan dat vooraf aan de rechter moet worden overlegd. Maar zeker van het versimpelen van de wetgeving is niets terechtgekomen. Integendeel zelfs’, benadrukt Prinsen.
Verplichte zorg op maat
Prinsen ziet vooral kansen door het vervangen van de huidige ‘opnamewet’ (Wet BOPZ) door een ‘behandelwet’. Hierdoor ontstaan meer mogelijkheden voor het bieden van verplichte zorg op maat, verwacht Prinsen. ‘Er komt een einde aan de situatie dat patiënten wekenlang verplicht zijn opgenomen, zonder dat we ze vervolgens gedwongen zorg kunnen bieden. Bovendien moeten psychiaters voortaan vooraf bedenken welke zorg doelmatig, proportioneel en veilig is. Als de rechter daarmee akkoord is, kan de behandeling direct van start. Dat is heel gunstig.’Maar op deze kans valt het nodige af te dingen. De patiënt heeft in de nieuwe wet namelijk zesmaal zoveel mogelijkheden om in beroep te gaan, wat kan leiden tot langdurig uitstel van een verplichte behandeling.
‘Door uitbreiding van het klachtrecht is de rechtspositie van de patiënt enorm versterkt. Dat kan betekenen dat behandeling alsnog niet mogelijk is, waardoor patiënten er vanuit ons perspectief uiteindelijk slechter van worden. Hiermee wordt het doel van de wet - behandelen - dus inderdaad voor een deel ondergraven’, erkent Prinsen.
Brede afweging vooraf
Bij het bepalen welke zorg er nodig is, moet de psychiater voortaan een brede afweging maken. Allereerst moet hij vaststellen of er voldoende indicaties zijn voor gedwongen zorg. Daarbij kijkt hij niet alleen of er sprake is van gevaar dat voortkomt uit de stoornis, maar moet hij ook vooraf aangeven welke behandeling hierbij past. Bovendien staat in de wet dat bijna alle vormen van verplichte zorg overal kunnen plaatsvinden, dus ook buiten het ziekenhuis.
‘Dit maakt het aantal opties groter. Dat vergt een bredere afweging waarbij allerlei aspecten meegewogen worden’, aldus Prinsen. ‘Kan de behandeling bijvoorbeeld veilig bij iemand thuis worden uitgevoerd? En wat zijn de effecten hiervan op langere termijn? In de nieuwe situatie moet de psychiater al dit soort vragen meenemen in zijn afweging.’
Wie wordt ‘zorgverantwoordelijke’
Lange tijd was er onduidelijkheid over de zogeheten ‘zorgverantwoordelijke’, die het zorgplan opstelt en de gedwongen zorg uitvoert. Inmiddels is vastgesteld dat dit iedereen kan zijn die aangemerkt kan worden als regiebehandelaar. Toch blijft het de vraag welke zorgverleners uiteindelijk in staat zijn deze rol naar behoren te vervullen, zegt Prinsen.‘Nu is dat vrijwel altijd de psychiater. Maar volgens de nieuwe wet kunnen dat straks ook andere disciplines zijn, zoals een BIG-geregistreerde psycholoog of verpleegkundig specialist. Maar zijn zij wel in staat om het veld van de gedwongen zorg in de volle breedte te overzien en de vereiste brede afweging te maken? Ons standpunt is dat als je mensen dwingt tot specialistische ggz, het logisch is dat de medisch specialist die behandeling regisseert. Dus zeker bij eerste machtigingen en bij crisismaatregelen zou de zorgverantwoordelijke wat ons betreft een psychiater moeten zijn. In de meeste gevallen zal gedwongen medicatie onderdeel zijn van het zorgplan. Daardoor zal de psychiater dus automatisch die rol krijgen.’
Extra rompslomp
Over de uitvoering van de nieuwe wet is nog veel discussie. Het enige wat voor iedereen duidelijk is, is dat de Wvggz leidt tot meer bureaucratie, regeldruk en administratie. Direct gevolg hiervan is dat de druk op psychiaters nog verder toeneemt, terwijl die al groot was door het enorme tekort aan psychiaters. ‘Zo wordt met deze wet het paard achter de wagen gespannen’, constateert de NVvP-voorzitter. ‘Psychiaters krijgen steeds minder tijd voor vrijwillige zorg, omdat de verplichte zorg steeds meer tijd opslokt.’Een ander gevolg van de Wvggz is dat andere partijen - zoals de rechter en de burgemeester - een bepalende stem krijgen in wat er wel of niet moet gebeuren. Prinsen: ‘Rechters worden door deze wet gedwongen om de witte jas aan te trekken, ook al willen ze dat zelf niet. Zij kunnen per zitting namelijk gaan bepalen wat er aan een zorgplan moet veranderen, zelfs al vindt de psychiater dit niet geïndiceerd. Hetzelfde geldt voor de burgemeester: in de acute fase kan die bepalen dat gedwongen zorg noodzakelijk is, ook al is dat volgens de psychiater niet nodig.’